Jan Barendsen

Jan Jozua Barendsen was luitenant- kolonel in Nederlands-Indië. Na zijn actieve periode kwam hij in Beekbergen wonen, werd commandant van de Ordedienst en raakte betrokken bij de plaatselijke verzetsgroep.
Op 8 augustus 1942 werd hij gevangen genomen in het gijzelaarskamp in Sint-Michielsgestel. Op 15 december liet men hem echter weer vrij.
Toen de Duitse Ortskommandant in Apeldoorn 4000 mannen opriep om te gaan werken aan versterkingen langs de IJssel, kwamen er (op 29 september 1944) maar 36 mensen opdagen. Als afschrikwekkend voorbeeld besloot men verzetslieden te executeren.
Barendsen werd weer opgepakt op 30 september en met 7 anderen in de nacht van 1 op 2 oktober naar Het Apeldoornsche Bosch gebracht. (Onder hen was ook Jan Schut) Daar werden zij om 5 uur in de ochtend gefusilleerd.
De lichamen werden ’s morgens vroeg op verschillende plaatsen in Apeldoorn neergelegd met een bord: ‘Terrorist’ erbij. Barendsen werd neergelegd aan de Badhuisweg, hoek Sprengenweg.
De lichamen zijn daar nog een aantal dagen blijven liggen om de Apeldoornse bevolking angst aan te jagen.
Tijdens de periode in Sint Michielsgestel werd zijn enige dochter geboren. Zij werd gedoopt als Jeanette Elisabeth Wilhelmina. Zowel de naam Wilhelmina als de gezamenlijke voorletters (JEW) waren opzettelijk gekozen, als kleine daad van verzet.